vormen, naar algemeen wordt aangenomen, het oudste Europese hondenras. De rechtstreekse afstamming van de keeshond der in Zwitserland gevonden paalwoningen, de canis familiaris palustris, staat vast en deze hond is in het laatste gedeelte van de Steentijd met de Paalbouwers en hun andere huisdieren uit Azië hier gekomen.
De keeshond was vroeger meer dan thans in geheel Azië en Europa de bewaker van huis, erf, enz. en in China van de rijstvelden. In het N. is hij bovendien jachthond, elandhond in de Skandinavische landen en vogelhond in Finland. In de Poolstreken verricht hij alles wat een hond doen kan voor de mens. Toch is de Samojeed vooral herdershond bij de rendierenkudde, munt de zwaardere Eskimo voor de slee uit en een lichter slag keeshond voor de berenjacht. Gebruik en klimaat hebben verschillen in uiterlijk en aard veroorzaakt. De chow chow of Chinese kees is in onze eeuw zeer bekend geraakt in West-Europa. De kleinste vorm van de kees is de dwergkees, die van 1,8-2,5 kg mag wegen.De Hollandse keeshond bezit de bekende, rijke, lange beharing, voor dit ras grauw, welke door het dichte onderhaar niet op het lichaam ligt, doch er van afstaat. Hoofd als dat van de vos met staande oren. De krulstaart ligt over en stijf tegen de rug. Schofthoogte 40-45 cm.