(ook Kalatan), een der staten van de Federatie van Malakka, groot 13 950 km1, telt (1947) 448 570 inw. De gelijknamige rivier doorstroomt het gebied van Zuid naar Noord.
Het klimaat is zacht en in de gecultiveerde streken zeer gezond. De meest Mohammedaanse bevolking bestaat grotendeels uit Maleiers met daarnaast ca 25 000 Chinezen en 8000 Indiërs. Kota Baroe, de enige stad, aan de spoorlijn Singapore - Bangkok, telt ca 15 000 inw. en is het commerciële en administratieve centrum. Nog geen 5 pct van de bevolking ontvangt onderwijs.Het voornaamste middel van bestaan is de landbouw. Een deel hiervan is in handen van Britse ondernemingen.
Kelantan kwam reeds voor op de oude kaarten der Portugezen en Nederlanders en moet in de 13de en 14de eeuw resp. tot de rijken van Palembang en Madjapahit behoord hebben. Er moet toen ook goudmijnbouw zijn geweest. Het wordt thans geregeerd door een sultan, wiens voorgangers herhaaldelijk de opperheerschappij van Siam hebben moeten erkennen. In 1909 kwam het land onder Britse suzereiniteit als niet-gefedereerde staat. In Wereldoorlog I was er een kortstondige opstand en in Wereldoorlog II bezette Japan het land. In 1946 trad het sultanaat toe tot de Unie van Malakka, die op 1 Febr. 1948 overging in de Federatie.
