Duits schrijver (Lindenstadt-Birnbaum, in Posen, 12 Nov. 1872-Berlijn 4 Dec. 1918), reeds in 1891 te Augsburg werkzaam als de voornaamste medewerker van de Litterarische Blätter, studeerde daarna te Berlijn in de geschiedenis, wijsbegeerte en literatuurgeschiedenis en werd het eerst bekend door zijn gedichten, die in de verzameling Deutsche Lyrik von i8gi (Stuttgart 1892) verschenen en een krachtig lyrisch talent vertonen, bevestigd door een in 1892 verschenen bundel. Busse wordt gerekend tot de neo-romantici.
Bibl.: Neue Gedichte (Stuttgart 1896); Vagabunden (Stuttgart 1901); Ich weiss es nicht. Geschichte einer Jugend (Grossenham 1892); Träume (Leipzig 1896); Die Schüler von Polajewo (Stuttgart 1901); de dichtbundel Heilige Not (1910). Uitgaven: Neuere deutsche Lyrik (Halle 1895); Novalis Lyrik (Oppeln 1898). Werken over literatuurgeschiedenis: Geschichte der deutschen Dichtung im 19.
Jahrhundert (Berlin 1901); Geschichte der Weltliteratur, 2 Tie (1910); een biografie van Annette von Droste-Hülshoff (Bielefeld 1903); Über Zeit und Dichtung (1916).
