(1, Kara-kum; Kirgiezisch = zwart grint), een zandwoestijn in de Russische Sovjet-republiek Turkmenië (Turkmenistan), tussen het Aralmeer, de rivieren Syr Darja en Sary Su en het Axakal-Barbimeer, ca 370 km lang en 140 km breed, bestaat uit kale stuifzandheuvels (barchanen) en vlakten met overblijfselen van zeeschelpen, die de vroegere aanwezigheid van de zee bewijzen. In de woestijn treft men een oude bedding van de Amoer-Darja aan, die de rivier volgde toen zij nog in de Kaspische Zee uitmondde.
Het midden van de Karakoem bevat veel zwavel, die thans gewonnen wordt en een chemische industrie in het leven heeft geroepen. De schrale plantengroei dient tot voedsel van kudden.Lit.: A. Schultz, Morphol. Betrachtungen in d. öst. K., in: Ztschr. f. Geomorphologie IV (1928); W. Leimbach, Westturkistan, in: Geogr.
Jhrb. LIV (1939).
(2), zandwoestijn in de Russische Sovjet-Republiek Kazakstan, ten N.O. van het Aralmeer.