(1) is de grootste stad in de staat Kansas (V.S.) en de hoofdstad van Wyandotte County, gelegen aan de oostgrens van de staat, aan de samenvloeiing van de Kansas (Kaw) en de Missouri, ten W. van Kansas City (2) in Missouri. Kansas City had in 1950 129 580 inw.; het is een van de grootste centra van de vleesconservenindustrie in de V.S. waarin het alleen voor Chicago onderdoet.
Het komt op de eerste plaats in de V.S. als markt voor hooi, op de tweede plaats als markt voor paarden en muilezels, op de derde plaats wat betreft de zeepfabricage, de meelfabricage en de opslagruimte voor graan. Ook fabriceert men hier staalproducten en landbouwwerktuigen. Kansas City is gelegen aan 4 federale verkeerswegen en aan 12 spoorwegen, w.o. de Chicago Great Western, de Missouri Pacific, en de Rock Island, Santa Fe en Union Pacific spoorlijn. Men heeft een 2800 m lang viaduct van staal en beton over het dal van de Kaw gebouwd, dat de verbinding vormt tussen de hoger gelegen delen van de twee steden. De medische school van de Universiteit van Kansas is hier gevestigd, evenals een „Junior college’ ’ en een theologisch seminarium van de Baptisten. Het moderne Kansas City ontstond in 1886 door samenvoeging van een aantal plaatsen. Economisch vormt Kansas City een eenheid met de gelijknamige stad in de staat Missouri.(2) is een stad in Jackson County, Missouri (V.S.), aan de Missouri bij de mond van de Kansas of Kaw, met in 1940 ca 400 000 inw., waarvan 7 pet negers. Het is, wat omvang en belangrijkheid betreft, de tweede stad van de staat Missouri, gelegen aan 7 federale verkeerswegen en 12 spoorlijnen. De stad, gelegen dicht bij het centrum van de V.S., vormt de toegangspoort tot het Z.W. van de Unie en is een van de grootste markten en vervoerscentra in de V.S. Samen met Chicago is het de grootste veemarkt in de V.S., het is voorts zeer belangrijk als graanmarkt, hooimarkt en handelscentrum voor de distributie van landbouwwerktuigen en zaden. Kansas City komt op de tweede plaats als centrum van de vleesconservenindustrie; voorts zijn belangrijk de meelfabricage, de zeepindustrie en de handel in gevogelte en eieren. Jongere industrieën zijn de fabriek van de North American Aviation, die bommenwerpers maakt, de Pratt Whitney-vliegtuigmotorenfabriek, en een fabriek van de American Aluminum Corp.
In Kansas City gevestigde instellingen van hoger onderwijs zijn het Rockhurst College (1946 350 studenten en 24 academische docenten), en de University of K.C. (1946 3000 studenten en 200 academische docenten).
De eersten die zich hier blijvend vestigden, in 1821, waren Franse bonthandelaars. In 1838 gaf men aan de plaats de naam Town of Kansas; zij verkreeg in 1850 stadsrechten en nam in 1853 de naam Kansas City aan. In de tweede helft van de 19de eeuw speelde Kansas City een belangrijke rol in de handel en het verkeer naar het Westen (Santé Fe en Californië). Het zeer snel gegroeide Kansas City streeft het oudere St Louis als cultureel centrum naar de kroon.
Lit.: G. S. Perry, Gities of America (New York 1947); H. C. Haskell and R. B. Fowler, City of the Future, The Story of Kansas City (Kansas City 1950)-
