(calciumcyaanamide) formule CaCN2 ontstaat uit calciumcarbide en stikstof door dit laatste gas bij een temperatuur van i ioo gr. G. over gemalen Carbide te leiden (Frank, Caro 1898).
Door de reactiewarmte blijft deze temperatuur zonder uitwendige verhitting gehandhaafd. CaC, + N2 CaCN2 + C. Door toevoeging van 10 pct calciumchloride of -fluoride kan met een vormingstemperatuur van 900-1000 gr.C. worden volstaan. Het door de koolstof zwarte product wordt fijngemalen, en een weinig niet omgezet Carbide wordt met water ontleed. Het aldus gevormde product bevat 18-22 pct stikstof en vormt een goedkope stikstofmeststof doordat met water langzaam ammoniak ontstaat naast het even nuttige calciumcarbonaat. Een nadeel voor de gebruiker is, dat kalkstikstof gemakkelijk stuift en dan prikkelend werkt, hetgeen wel door toevoeging van olie e.d. wordt verholpen. Kalkstikstof heeft ook belang voor de bestrijding van onkruid en werd ook voor het ontbladeren van katoenplanten gebruikt.In Wereldoorlog I heeft kalkstikstof betekenis gehad als bron voor ammoniak en aldus voor salpeterzuur door omzetting met stoom. Het Haber-Bosch procédé voor de directe synthese (z ammoniak) heeft het echter als zodanig verdrongen. Ook als meststof is de betekenis verminderd.