Vlaams taalkundige (Oostende 19 Apr. 1857-Gent 4 Febr. 1937), werd hoogleraar in de Nederlandse philologie te Gent in 1884. Hier speelde hij een invloedrijke rol in de politiek als voorzitter van belangrijke maatschappijen en als verspreider der liberale Vlaamsgezinde denkbeelden.
Bibl.: Beknopt etymologisch woordenboek d. Ned. taal (1890, 1898, 1925); Alg. inleiding tot de taalkunde (1890, 1900, 1922); Schets eener hist. grammatica der Ned. taal (1892-1900, 1906, 1922); Ned. spraakkunst (1894, 1900, 1907, 1920, 1924); Werken van zuster Hadewijch (1895) m. inl. en varianten (1905); Synonymia Latino-Teutonica (1902, 3de dl); De Taal der Vlamingen (1912, 1923, 1925). Album.... opgedragen aan Prof. Dr. J. Vercoullie, 2 dln (Brussel 1927).