Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Joshua WEDGWOOD

betekenis & definitie

Engels pottenbakker en grondlegger van de fabriek van Wedgwoodaardewerk (Burslem, Staffordshire, ged. 12 Juli 1730 - Etruria, bij Newcastle, 3 Jan. 1795), stamde uit een familie van aardewerkfabrikanten. Zijn grote bekendheid dankt hij meer aan zijn verdiensten op technisch en economisch gebied dan aan artistieke begaafdheid.

Hij was de ontdekker van de witte aardewerkscherf: witbrandende kleisoorten kende men reeds lang, doch deze bezaten een voor de techniek van die dagen te hoge sinter-, resp. gaarbrandtemperatuur en bovendien een te grote „vetheid”, zodat men ze niet wist te benutten.Wedgwood nu slaagde er in, door vermenging met flint (kwarts) en Comish stone, een veldspaatachtig gesteente, bruikbare massa’s te verkrijgen, en schiep op deze wijze een hard, bijna dicht en bijna wit aardewerk, het zgn. Queensware, ook wel Engels steengoed genoemd, naar zijn verwantschap met steengoed of gres. In de loop der jaren ontstond hieruit het zuiver witte aardewerk. Daarnaast vervaardigde hij nog tal van andere ceramische producten, waarvan het Jasper-ware, witte reliëfs, vaak met klassieke voorstellingen, op blauw fond, wel het bekendst is geworden. Met zijn fabriek te Etruria bij Burslem in Staffordshire legde hij de grondslag voor de uitgebreide aardewerkindustrie die thans de gehele streek rondom Stoke-on-Trent beheerst.

Lit.: A. H. Church, J. W., Master-Potter (London 1907); Julia Wedgwood, The Personal Life of J. W., herdr. d. C.

H. Herford (London 1915); W. Burton, J. W. and his Pottery (London 1922); W. B. Honey, W. ware (London 1948).

< >