Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Johan WAGENAAR

betekenis & definitie

Nederlands componist (Utrecht 1 Nov. 1862 -’s-Gravenhage 17 Juni 1941), studeerde bij R. Hol en later bij S. de Lange en bij H. v.

Herzogenberg te Berlijn, werd in 1888 organist van de Domkerk te Utrecht, in 1904 tevens directeur van de muziekschool te Utrecht en was van 1919— 1937 directeur van het Kon. Conservatorium te ’s-Gravenhage. Hij leidde tal van jonge componisten op, van wie W. Pijper, A. Voormolen en L. Orthel de bekendste zijn. In zijn op Berlioz en Strauss geïnspireerde werken is een humoristisch element opvallend.Bibl.: Wagenaar schreef: de „quasi-ernstige” opera De Doge van Venetië, de zangspelen Proefzingen en De fortuinlijke kist; voor orkest: symphonische Dichtungen, o.m. Levenszomer, Saul en David en Elverhöi; ouvertures, o.m. Cyrano de Bergerac, De getemde feeks, Driekoningenavond, een symphonietta, Wiener Dreivierteltakt; liederen en koorwerken, o.m. de cantates De schipbreuk en Jupiter Amans.

< >