Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Johan tersteeg

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (‘s Gravenhage 25 Mrt 1873 “8 Juni 1953), was na zijn opleiding aan de Koninklijke Milit. Academie te Breda van 1895-1905 officier der infanterie; daarna kunsthandelaar en uitgever.

Onder de schuilnaam J. Eilkema de Roo publiceerde hij enige romans die in Haagse en Parijse milieu’s spelen. Door zijn ongemene eruditie is hij een der laatste ware lettré’s, die zich in talrijke geestig causerende, kleine essays over schrijvers en boeken, manuscripten en lezers als een auteur van curiosa heeft doen kennen, op onhollandse wijze geest en kennis met een lichte stijl verenigend.Bibl.: Rapsodie (1903); onder pseud. J. Eilkema de Roo: Dubbele levens (1910); De man van veertig jaar (1914); De weg van Paul de Raet (1917); Naar de bronnen van inzicht (1918); Liefde’s veelvoudigheid (1919); De rijke jongeling (1924); De moordenaar (1926); onder pseud. A. J. vanderTocht: Een Don Juan in de 17de eeuw 1672-1673 (1928); onder pseud. Evert de Block: Het verhaal van mijn fortuin (1932). Essayistisch werk: De uitgever en zijn bedrijf (1938); Lutetia en de vreemdeling (1938); Menschen en manuscripten (1947); Mensen en Boeken, herinneringen van een lezer (2 dln, 1948-50); Honoré de Balzac en drie vrouwen (1949).

Lit.: Tersteeg-nummer v. De Uitgever, XXIII, 1953.

< >