Nederlands schilder en graficus (Rotterdam 2 Mei 1885), leerde aanvankelijk bij D. G.
Ezerman, was in 1910 op de Haagse Academie van Beeldende Kunsten, in 1912 op de Kunstnijverheidschool te Amsterdam, daarna één jaar Kunstnijverheidschool te Haarlem. Vervolgens leerde hij decoratief tekenen bij Chris Lebeau en was leerling, later vriend, van L. W. R.
Wenckebach. Hij werkte te Rotterdam, Den Haag, Leiden, Amsterdam, Haarlem, Scheveningen, Rijswijk en sedert 1916 te Laren N.H. Hij is schilder van de zee en van schepen, maakte vooral veel tekeningen van schepen, lithografieën en veel toegepaste grafiek. Voorts tekende hij veel ex-librissen en boekillustraties.
Hij maakte 160 pentekeningen van oude Rotterdamse huizen, illustraties bij H. G. Wells’ The food of the Gods en War of the worlds, illustreerde verscheidene schoolboekjes met planten dierkundige prentjes. Hij is een fijnzinnig tekenaar, die zijn onderwerpen vooral zoekt in de natuur, maar ook fantastische illustraties weet te maken.Lit.: Ex-libris, uitgevoerd naar 30 houtsneden en teekeningen van J. Br. en Anton Pieck, m. voorr. v. J. Schwencke (Maastricht 1929).