Roemeens romanschrijver (Cenada in Zevenburgen, 1882) is een boerenzoon. Na de middelbare school te Blaj gevolgd te hebben, studeerde hij theologie te Boedapest en werd in 1906 in zijn vaderland tot priester gewijd.
In 1916, na de nederlaag van Roemenië, ging hij in ballingschap naar Rusland en keerde in 1918 terug als veldprediker bij het korps Zevenburgse vrijwilligers.Hij is de typische vertegenwoordiger van zijn provincie in de Roemeense letteren. Agarbiceanu neemt deel aan de traditionalistische literatuurbeweging van „Samanatrul” (De Zaaier) en sticht zelf „Luceafarul” (De Morgenster).
In Popa Man (1920) schildert hij voortreffelijk een dorpspope; in Legea Sufletului (De wet van de geest, 1927), de opleiding van den priester in de vreemde atmosfeer van Boedapest. Soms vervalt hij in moraliseringen, maar de meeste van zijn korte romans doorstaan de vergelijking met de Westeuropese.