Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Joachim HOPPER

betekenis & definitie

(of Hopperus), Fries rechtsgeleerde (Sneek 11 Nov. 1523 - Madrid 15 Dec. 1576), was hoogleraar te Leuven en raadsheer in de Grote Raad van Mechelen, dank zij de vriendschap met zijn landgenoot Viglius* van Aytta. In 1561 werd hij lid van de Geheime Raad te Brussel en toegelaten tot de Raad van State.

Hij onderscheidde zich door gematigdheid en verdraagzaamheid en gaf steeds de voorkeur aan zachte maatregelen; sommigen verwijten hem zwakheid van karakter tegenover de landvoogdes, wat hem de bijnaam bezorgde van „Oui Madame!”.In 1561 werd hij belast met de organisatie der hogeschool te Douai en in 1566 werd hij naar Madrid geroepen om als raadsman en secretaris voor de Nederlandse zaken te fungeren. Hij stond in hoog aanzien bij Philips II en werd zegelbewaarder des konings, die hem met de heerlijkheid Dalem beleende. Hij heeft tot op ’t laatst zijn Friese inborst en zijn belangstelling voor Friesland bewaard. Hij vervaardigde de eerste historische kaart van dit gewest. Zijn gedenkschrift over de aanvang der Nederlandse troebelen en zijn briefwisseling met Viglius zijn van blijvend historisch belang.

Bibl.: Recueil et mémorial des troubles des Pays-Bas du Roy (in de Analecta Belgica van Hoynck van Papendrecht II, 1743); Joachimi Hopperi Frisii Epistolae ad Viglium ab Aytta Zwichemum etc. (Utrecht 1802).

Lit.: A. Wauters, Mémoires de Viglius et d’Hopperus (Collect. de mém. relatifs à l’histoire de Belgique, 1858).

< >