Frans schilder (Parijs 17 Mrt 1685 - 7 Nov. 1766), was bij uitstek portrettist van vrouwen. In 1717 maakte hij in Amsterdam portretten van tsaar Peter de Grote en Catharina I (Leningrad, Ermitage), voor wie hij ook de Slag bij Poltawa schilderde (1717, Moskou, Museum).
Zijn eerste succes in de Salon, in 1737, opende hem de weg naar het hof. Eerst schilderde hij de portretten van de dochters en maitressen van de koning, later ook de koning en de koningin. Eén van zijn bekendste werken is het portret van Maria Leszczynska (1748, Versailles). In veel gevallen heroïseerde hij zijn modellen als godinnen van de Olympus, iets wat men in de tweede helft van de eeuw niet meer aanvaardde en wat een der redenen werd waarom hij uit de mode geraakte. Zijn werken, van een bekoorlijke eenvoud, maar wat leeg van uitdrukking en met een vrij sterke onderlinge verwantschap der typen, zijn gewoonlijk in lichte tinten geschilderd.Lit.: E. Hildebrandt, Malerei u. Plastik d. 18ten Jahrh. in Frankreich (Potsdam 1924); P. de Nolhac, N., peintre de la cour de Louis XV (Paris 1925).
