Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Jan van der HOEVE

betekenis & definitie

Nederlands oogheelkundige (Santpoort 13 Apr. 1878), was hoogleraar te Groningen (1913) en te Leiden (1919-1948). Hij verwierf talrijke binnen- en buitenlandse onderscheidingen.

Het wetenschappelijk werk van Van der Hoeve betreft vooral de klinische oogheelkunde. In 1912 toonde hij de heterogeniteit van de lens aan. Belangrijk is zijn werk over een groep aandoeningen waaraan hij de naam phakomatosen gaf. Wij vermelden verder zijn werk over o.a. de scheve gezichtsspleet, scheelzien, erfelijkheid, lipoidosen, scleromalacie.

Lit.: Vele artt. in de Proceedings en Versl. van de Kon. Acad. van Wet., in Graefe’s Archiv f. Ophthalmologie en in andere vaktijdschriften; voorts het hoofdstuk over Operationen an den Augenmuskeln in Handb. d. gesamten Augenheilk. (Berlin 1922). Hij gaf met Gorter in 1938 Praeventieve Geneeskunde uit.

< >