(Panthera onca) is de naam van een Amerikaans roofdier uit de familie der Katachtigen, behorende tot de onderfamilie der Pantherinae. Hij is het grootste katachtige roofdier der Nieuwe Wereld en bereikt een lengte van 1,5-2 m (de staart 0,75 m). De rug en de kop zijn meestal roodachtig geel, met zwarte ringvormige vlekken.
Hij gelijkt veel op de panter maar heeft minder en grotere vlekken, een zwaardere kop, kortere staart en forsere bouw. De jagoear houdt verblijf in de jungle van Zuid- en Centraal-Amerika (in de nabijheid van grote rivieren) en komt sporadisch in Noord-Amerika voor. Hij kan uitstekend klimmen en zwemmen, hetgeen zijn gevaarlijkheid verhoogt. Jaarlijks worden, na een draagtijd van 3 maanden, 2-4 jongen geworpen. Men onderscheidt verscheidene rassen. De jagoear kan ca 20 jaar oud worden. In Suriname, waar het dier niet zeldzaam is, wordt de jagoear wel tijger genoemd.Lit.: E. W. Nelson en E. A. Goldman, Revision of the Jaguars. Journ. Mamm., 14, 1933.
