Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Jacques karel RENSBURG

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (’s-Gravenhage 24 Mrt 1870 - vernietigingskamp Sobibor (Polen) 7 Mei 1943), publiceerde proza en lyriek. Hij schreef zeer excentrieke, toch door een wonderlijke originaliteit treffende werken van wijsgerige en wetenschappelijke portée, waarin hij een fantastische en profetische allure aanneemt en vermetele hypothesen opwerpt van een taal waarmede interastrale contacten te bewerkstelligen zouden zijn.

Hij leefde in zeer behoeftige omstandigheden, in de hoofdstad bekend onder artisten als een der laatste bohémiens met een uitzonderlijke „panache”. Zijn lyriek heeft soms een fijngelijnde Japanse finesse.Bibl.: Amsterdam I (Koningschap, 1903); Lohengrin (1903); Japansche verzen (1903); Sita (1912); Faust I, een cyclus van de rijzende zon (1921); Wereldbouw (een reeks Japanse verzen, benevens herdruk van Lohengrin en Sita, 1923); Theorie der evolutie (1931). Voorts: Sonnetten van Piet Lut, een satire (1925); vertaling van Dante’s Goddelijke Komedie (1906-1908).

< >