Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jacobus van vitry

betekenis & definitie

kruistochtprediker, geschiedschrijver en kardinaal (Vitry, bij Douai, vóór 1170-30 Apr. 1240), werd ca 1207 Augustijner koorheer te Oignies- sur-Sambre (tegenw. prov. Henegouwen), waar de Zalige Maria van Oignies, wier leven hij beschreef, een beslissende invloed op zijn zieleleven heeft uitgeoefend.

Hij was een van de meest bekende kruistochtpredikers van de 5de kruistocht en werd in 1216 bisschop van Akko (Palestina). In ditzelfde jaar wist hij te Rome van Honorius III de pauselijke bescherming te verkrijgen voor de Begijnen en werd aldus de juridische grondlegger van het Begijnengenootschap. In 1228 werd hij kardinaalbisschop van Tusculum-Frascati. Hij overleed kort na zijn verkiezing tot patriarch van Jeruzalem. Hij schreef Historia orientalis et occidentale, waarvan het eerste deel slechts compilatie is, doch het tweede werkelijke waarde bezit als bron voor onze kennis van het Middeleeuwse orde-wezen en het geestelijke en zedelijke leven van die tijd. Dit laatste geldt ook voor zijn Brieven en zijn Preken.Bibl.: (uitg.) F. Moschus, Hist, orientalis et occid. (Douai 1597); Vita b. Mariae Oign. in: Acta Sanctorum, mensis Iunii, t. V, blz. 542-572 (Parijs 1867); R. Röhricht, Briefe in: Zeitschr. f. Kirchengesch., 1894-1896; J. Greven, Exempla aut sermones feriales et communes (1914); Grane, Exempla (London 1890).

Lit.: Ph. Funk, J. v. V., Leben u. Werke (Leipzig-Berlin 1909); J. Greven, Die Anfänge der Beghinen (Münster 1912); A. Mens, Oorsprong en betekenis van de Ned. Begijnen- en Begardenbeweging (Leuven 1947)

< >