(Inderagiri)
(1), rijkje op de oostkust van het eiland Sumatra, wordt doorsneden door de Koeantan (of Kwantan) of de rivier van Indragiri met haar zijtakken, bestaat uit laagland, is in de nabijheid der kust zeer moerassig en wordt ook langs de Koeantan dikwijls door overstromingen onder water gezet. In deze stroken treft men veel nipahpalmbossen aan.
Indragiri is zeer schaars bewoond. De inlandse bevolking wordt onderscheiden in later binnengekomen Riouwse Maleiers en Menangkabauers en de oorspronkelijke Mamaks. De Maleiers en Menangkabauers zijn Mohammedanen in tegenstelling tot de meeste Mamaks. Tegenwoordig treft men ook vele Bandjarezen uit Z.O.-Borneo in Indragiri aan. Ze hebben zich overal in de Indragirische Benedenlanden gevestigd en vormen thans na de Maleiers de belangrijkste bevolkingsgroep.
(2), was voor Wereldoorlog II de naam van de afdeling der residentie Riouw en Onderhorigheden, die het rijkje Indragiri en de landschappen Reteh, Gaoeng, Mandah, Kateman en Danei omvatte. De hoofdplaats was Rengat.
DR G. KUPERUS
Lit.: K. A. F. R. Musper, Indragiri en Pelalawan. Uitkomsten van het Mijnbouwk.-Geol. onderz. in de jaren 1922-1926.
Jbk v. h. Mijnw. in N.O.I. (1927), Verh. I.
