Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Indexcijfer

betekenis & definitie

is een verhoudingscijfer, hetwelk aangeeft de numerieke relatie tussen de waarden van een grootheid op verschillende tijdstippen of plaatsen, waarbij dit verhoudingscijfer wordt uitgedrukt in procenten van één (of van een gemiddelde van meer) der waarden van die grootheid.

In de economische statistiek wordt een veelvuldig gebruik gemaakt van indexcijfers, vooral bij de vergelijking van de waarden in verschillende jaren van enkelvoudige of complexe verschijnselen. Bij een prijsindexcijfer bijv. bepaalt men de procentuele verhouding van de prijzen van een artikel over een reeks van jaren ten opzichte van de prijs in een bepaald jaar, dat men het basisjaar noemt. Het indexcijfer voor dat basisjaar is dan natuurlijk 100.

Een dergelijk indexcijfer noemt men enkelvoudig, omdat het de fluctuaties weergeeft van een eendimensionaal verschijnsel. Voor sommige doeleinden is het gewenst min of meer toevallige schommelingen in dergelijke reeksen uit te schakelen. Het cijfer van een bepaald jaar of een maand vervangt men door het gemiddelde van de cijfers der betreffende periode en de 2, 3 enz. voorafgaande en volgende perioden, het zgn. 5, 7 enz. jaars- of maands voortschrijdend gemiddelde.

Men kent ook samengestelde indexcijfers, welke betrekking hebben op meerdimensionale verschijnselen. Wanneer men bijv. wenst te weten de verhouding tussen de prijzen op twee tijdstippen, niet van één, maar van een groep van artikelen, dan drukt men deze uit door een samengesteld indexcijfer. Dit kan men berekenen door voor elk der in de groep voorkomende artikelen afzonderlijke indexcijfers vast te stellen, alle echter met hetzelfde basisjaar, en vervolgens op een bepaalde wijze het gemiddelde van deze enkelvoudige indexcijfers te bepalen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de belangrijkheid van de verschillende artikelen: een prijsstijging van een artikel als brood of suiker moet sterker in een indexcijfer van voedingsmiddelen tot uiting komen dan een even grote prijsstijging van bijv. fijne vleeswaren, daar de laatste in veel geringer hoeveelheden worden gekocht. Men berekent daarom het samengestelde indexcijfer als een gewogen gemiddelde van de enkelvoudige (of partiële) indices. De belangrijkheids- of wegingscoëffïciënten, waarmede de partiële indices worden vermenigvuldigd („gewogen”) worden zodanig gekozen, dat ze zich verhouden als de omzetten (bij prijsindexcijfers) van de artikelen in het basisjaar of in het vergelijkingsjaar.

De omzet is hier dus maatstaf voor de belangrijkheid van een artikel. Bij andere indices kiest men andere coëfficiënten, naar gelang van het doel, dat men met de berekening van het indexcijfer nastreeft. Wanneer alle coëfficiënten op i worden gesteld en dus een eenvoudig gemiddelde wordt berekend, spreekt men van ongewogen gemiddelde. Een samengesteld indexcijfer is strikt genomen alleen bruikbaar voor het bepaalde doel, dat bij de berekening heeft voorgezeten. Voor andere doeleinden moet wellicht de berekening opnieuw, en met verschillende gewichten, worden uitgevoerd. Het kan ook verschil maken aan welk jaar men de wegingscoëfficiënten ontleent: aan een vast jaar, meestal het basisjaar (indexcijfer van Laspeyre) of aan het lopende jaar (dus ieder jaar andere gewichten: indexcijfer van Paasche). Voor de twee reeksen indexcijfers van de kosten van levensonderhoud (prijzen van het gezinsverbruik), nl. met voor- en met na-oorlogse wegingscoëfficiënten, vindt het Centraal Bureau voor de Statistiek belangrijk verschilllende uitkomsten.

Behalve van groot- en kleinhandelsprijzen en kosten van levensonderhoud, worden in vele landen indexcijfers berekend van geproduceerde, geconsumeerde, in- en uitgevoerde hoeveelheden, van lonen, van het nationale inkomen, van de arbeidsproductiviteit, de personeelsbezetting in de industrie enz. Men dient over de berekeningswijze echter goed geïnformeerd te zijn, alvorens men deze cijfers kan gebruiken. In de practijk komen verkeerde toepassing en verkeerde interpretatie van indexcijfers veel voor.

DR H. RIJKEN VAN OLST.

< >