(improperium=smaad, verwijt) zijn de liefdevolle verwijten, die de Romeinse liturgie Christus in de mond legt en welke in elke parochiekerk gezongen worden bij verering van het kruis op Goede Vrijdag. Als refrein wordt Sanctus of Trisagion bij de eerste 3 strophen tussengevoegd.
De gebruikte beeldspraak herinnert aan de bevrijding der Joden uit Egypte, de Gregoriaanse melodie is in haar eenvoud van een grote schoonheid. Ook Palestrina en Vittoria hebben de Improperiën op muziek gezet. De Improperiën zijn van Gallicaanse oorsprong, kwamen onder de Ottonen in de Romeinse liturgie terecht en waren in de 12de eeuw overal in gebruik.