of hoofdterras noemt men het niveau, waarop een rivier stroomde, voordat haar bed, ten gevolge van vermeerderde erosiekracht, naar een lager niveau verplaatst is. Gedurende het IJstijdperk heeft een dergelijke vermeerdering van de erosiekracht enkele malen plaats gehad.
In een koude tijd toch werd veel water in de vorm van ijs vastgehouden. Een daling van de zeespiegel was hiervan het gevolg. Deze bracht echter weer een sterker verval der rivieren en een daarmede gepaard gaande grotere stroomsnelheid met zich mede. Dientengevolge werden dan ook de koude (glaciale) tijden van het IJstijdperk in sommige gebieden door een terrassenvorming weerspiegeld (zie fig.).