(Praag ca 1365 - Constanz 30 Mei 1416), medestander van Johannes Hus, studeerde te Heidelberg, Keulen, Praag, Parijs, Oxford, vanwaar hij de leerstellingen van Wicliff meebracht. Ijverig propagandist er voor, werd hij te Wenen gearresteerd maar weer vrijgelaten.
Zijn critiek zette hij voort, waarbij hij zich richtte tegen de zedelijke defecten van de geestelijken, de aflaat en de pauselijke onfeilbaarheid. Te Constanz wilde hij de verdediging van de gevangen Hus op zich nemen, maar werd zelf gevangen gezet. Op 23 Sept. 1415 herriep hij, maar, niet vrijgelaten, nam hij 26 Mei 1416 zijn herroeping terug en schaarde zich openlijk achter Hus en Wicliff. 30 Mei d.v. werd hij op last van het Concilie verbrand.PROF. DR C. W. MÖNNICH
Lit.: J. Putria, M. Jeromyn Pražsky (1916).