Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Henri jaspar

betekenis & definitie

Belgisch Katholiek staatsman (Schaarbeek 28 Juli 1870 -Ukkel 15 Febr. 1939), studeerde in de rechten, stichtte onder invloed van Adolphe Prins een Cercle de criminologie, knoopte betrekkingen aan met minister Jules le Jeune en wijdde zich aan de Commission royale des Patronages, die op 15 Mrt 1894 was ingesteld, alsmede aan de Société protectrice des enfants martyrs. Hij vestigde zich te Brussel als advocaat en was spoedig een zeer bekend civilist. In 1907 stichtte hij, met R. de Ryckere en onder de bescherming van Jules le Jeune, de Revue de droit pénal et de criminologie die hij tot 1919 Henri Jaspar, bestuurde.

In 1914 naar een buste van Victor Rousseau organiseerde hij, met de steun van Francqui, een Werk voor Kinderwelzijn en een Werk voor Oorlogswezen. Op 21 Nov. 1918 werd hij minister van Economische Zaken. Sedertdien beheerde hij tot 1934 verschillende portefeuilles en werd in 1924 benoemd tot minister van Staat. Als minister van Buitenlandse Zaken trachtte hij tevergeefs een overeenkomst te bereiken met Engeland, die een tegenhanger zou zijn van het Frans-Belgisch militaire accoord van 7 Sept. 1920. Als eerste minister (1926-1931) heeft hij o.m. bijgedragen tot de stabilisatie van de franc in 1926, tot het voeren van een politiek van grote openbare werken (Albertkanaal) en heeft hij in 1929 de volledige vervlaamsing van het openbaar leven in het Vlaams landsgedeelte verdedigd. Op 25 Juli 1921 ondertekende hij een economisch en financieel accoord met het GrootHertogdom Luxemburg.

Hij spande zich in om het accoord, dat op 30 Apr. 1925 tussen België en Nederland ter zake van de kwestie der Wielingen en van de tussenwateren was getekend, te doen aanvaarden. Dit accoord werd echter op 23 Mrt 1927 door de Nederlandse Eerste Kamer verworpen. In 1935 zetelde hij te Brussel en in 1938 te Frankfort a/d Main als voorzitter van het Internationaal Congres voor de bescherming van het kind. Hij was een tijdlang vertegenwoordiger van België te Genève en presideerde in 1929 de diplomatieke conferentie van Den Haag. Hij stond tevens aan het hoofd van de Federatie der Belgische advocaten.Lit.: Revue de Droit pénal et de criminologie (1939).

< >