Frans generaal (Parijs 18 Jan. 1879 Dijon 11 Mrt 1949), nam als kapitein van de Zouaven deel aan Wereldoorlog I, werd gewond en gevangen genomen, maar wist te ontsnappen. Na 1918 was hij in Noord-Afrika één van de naaste medewerkers van Lyautey.
Bij het uitbreken van Wereldoorlog II was hij militair gouverneur van Metz en had hij het bevel over het zesde militaire district. Daarna had hij het commando over het zevende Franse leger, waarmee hij na 10 Mei 1940 België binnenrukte. Zijn voorhoede kwam tot Breda. Na de doorbraak van de Duitsers bij Sedan kreeg hij de ondankbare taak, het totaal gedesorganiseerde negende leger van generaal Corap te reorganiseren.
In de voorste linies een verkenning uitvoerende, werd de persoonlijk zeer moedige man echter door de Duitsers gevangengenomen. Men bracht hem naar de vesting Königstein.In Apr. 1942 gelukte hem wederom een gedurfde vlucht uit Duitse gevangenschap. Hij presenteerde zich bij Maarschalk Pétain en hield zich daarna, min of meer bewaakt, in Zuid-Frankrijk op. Geen Gaullist, was hij toch bereid, weer de wapenen tegen de Duitsers op te vatten, wanneer zich een gelegenheid voordeed. Deze gelegenheid kwam, toen de Geallieerden in Noord-Afrika landden.
Per onderzeeër en vliegboot ontkwam Giraud uit Zuid-Frankrijk en bereikte het hoofdkwartier van generaal Eisenhower in Gibraltar, in de verwachting, dat hij het opperbevel over alle landingstroepen zou krijgen. Hierin teleurgesteld, verklaarde hij zich toch bereid, de Fransen in Noord-Afrika op de zijde van de Geallieerden te brengen. Zijn succes hierin was echter niet zo groot als dat van admiraal Darlan, die de belangrijkste rol te spelen kreeg. Giraud ontving alleen het bevel over de Franse troepen.
Na de moord op Darlan (Dec. 1942) werd hij echter diens opvolger als civiel en militair chef van Frans Noord-Afrika.
Zijn positie was echter een doom in het oog van generaal de Gaulle. De conflicten, die daaruit voortkwamen, werden op de conferentie van Casablanca (Jan. 1943) schijnbaar bijgelegd, maar tussen de Gaulle en Giraud bleef een stille strijd voortwoeden. In Mei 1943 werd Giraud co-president van het Comité de Libération Nationale. De Gaulle toonde zich echter politiek verre zijn meerdere en in 1944 legde Giraud ook het opperbevelhebberschap van de Franse troepen neer.
Na de bevrijding keerde Giraud, wiens familie door de Duitsers naar Duitsland was gevoerd, naar Frankrijk terug. In 1946 werd hij door de rechtse Parti Républicain de la Liberté voor het departement Moezel in de Nationale Vergadering gekozen.
Enige weken voor zijn dood werd hem door de regering Queuille de Médaille Militaire, de hoogste Franse militaire onderscheiding, toegekend. Hij kreeg een staatsbegrafenis.
j. R. EVENHUIS.