(Latijn Hecuba), in de Griekse sage gemalin van Priamos, koning van Troje, wie zij 19 kinderen schonk, o.a. Hektor, Paris*, Deiphobos, Helenos, Troilos, Cassandra, Polyxena en Polydoros.
Volgens Homerus was zij een dochter van Dymas, koning van Phrygië, volgens lateren (o.a. Euripides en Vergilius) van Kisseus (Cisseus). Zij moest het beleven, dat al haar kinderen ten gevolge van de Trojaanse oorlog werden gedood of tot slaven gemaakt. Na de verwoesting van Troje kwam zij als slavin bij de Grieken, maar, nadat zij wraak had genomen op Polymestor, die haar zoon Polydoros gedood had, stortte zij zich in zee. Volgens latere sage zou zij veranderd zijn in een hond. Dit is een van de argumenten voor de stelling, dat Hekabe in oorsprong identiek is met de Kleinaziatische godin Hekate, die ook wel als hond verschijnt.Lit.: M. L. Deflandre, Hécube, thèse Liège (1938).