een door de Japanse militaire macht tijdens de bezetting van de Indische Archipel ingestelde Indonesische militie, waarin jonge Indonesiërs uit de lagere volksklassen werden opgenomen, en organisch in het Japanse leger als hulpsoldaten ingeschakeld. Voor deze militie moest iedere kampong een aantal recruten leveren.
Zij werden gebruikt voor de aanleg van verdedigingswerken en als bewakers der interneringskampen. Op Nieuw-Guinea, Borneo en in Birma vocht het Corps tegen de Geallieerden. Naast de militaire plichten werden de Heiho’s gevoelens van haat en verachting jegens de Nederlanders bijgebracht. De toepassing der lijfstraffen in de kampen werd bij voorkeur aan de Heiho’s opgedragen. De door de Japanners ingestelde „Commissie ter voorbereiding van de Onafhankelijkheid van Indonesië” hief het Corps (19 Aug. 1945) op, waarna de meer fanatieke elementen opgenomen werden in de extremistische strijdorganisaties der Indonesische Republiek.