Japans vlootvoogd (Kagosjima 22 Dec. 1847-Tokio 29 Mei 1934), geboren uit een samoerai-familie, begon op 15jarige leeftijd de marineloopbaan en ontving 5 jaar later de vuurdoop in de op 27 Mrt 1867 in de Miyako-bocht geleverde zeeslag tegen de door Enomoto aangevoerde vloot, welke de sjögoenale regering was trouw gebleven. Gedurende de oorlog met China was hij commandant van de Naniwa, die het Chinese troepenschip Kowsing in de grond boorde.
In 1895 werd hij bevorderd tot schout-bij-nacht, in 1900 tot vice-admiraal, terwijl hij bij het uitbreken van de oorlog met Rusland werd benoemd tot opperbevelhebber van de vloot. Op 9 Febr. 1905 wist hij een Russisch eskader terug te dringen naar de haven van Port-Arthur, welke haven hij op 2 Mei wist te versperren. Op 27 Mei 1905 behaalde hij de overwinning op de Russen in de grote zeeslag in straat Tsoesjima. Togo werd in Juni 1904 bevorderd tot admiraal, in 1905 in de adelstand verheven met de titel van graaf, in 1912 benoemd tot groot-admiraal en in 1933 tot markies verheven.Lit.: G. Ogasawara, Life of Admiral T. (Tokyo 1934).
