aangeboren misvorming van bovenlip en gehemelte. De ontwikkelingsgeschiedenis leert dat de mond aanvankelijk wordt begrensd door een aantal uitsteeksels aan de bovenzijde: een mediaan en twee zijdelings.
Deze uitsteeksels vergroeien met elkaar tot bovenlip. Komt deze vergroeiing niet of onvolledig tot stand dan ontstaat een gezichtsspleet, een hazenlip. Naar gelang deze misvorming zich beperkt tot een inkerving in de rand der lip, of zich uitbreidt tot in het neusgat, of een splijting van bovenkaak en gehemelte aanwezig is, neemt ze een reeks verschillende vormen aan. De spleet verloopt tussen binnen- en buitensnijtand en kan eenzijdig of tweezijdig zijn. De oorzaak is onbekend, maar het veelvuldig voorkomen van de misvorming bij verschillende kinderen van een zelfde gezin geeft haar een erfelijk karakter. De verhouding van een geval op duizend geboorten is ongeveer dezelfde in alle landen. Ernstige stoornissen bij de voeding en later bij de spraak zijn het gevolg ervan en aansprakelijk voor het verhoogd sterftecijfer bij deze kinderen.Plastische operaties, die volgens de aard en de graad der misvorming, min of meer vroegtijdig uitgevoerd worden, alsook toegewijde zorgen bij de voeding, kunnen hierin op zeer afdoende wijze helpen. De lip krijgt een normaal uiterlijk, de voeding wordt hersteld en de spraak wordt vaak met hulp van spreeklessen in ruime mate verbeterd of normaal. DR DROESBECQUE
