departement in N.O.Frankrijk, gevormd uit delen van Champagne, Bourgondië en Franche-Comté. De oppervlakte bedraagt 6258 km2, het bevolkingscijfer (1946) 181 840, d.i. 29 per km2 (1866: 41 per km2).
Hoofdstad is Chaumont-en-Bassigny. Het departement vormt het oostelijk deel van het zgn. Bassin van Parijs, waarheen de bodem afdaalt van het Plateau de Langres (516 m) en de Monts Faucilles (444 m) in het Z. en Z.O. Marne en Aube, zijrivieren van de Seine, ontspringen er, evenals de Maas, die evenwel naar het N. stroomt. Marne en Saône zijn door een kanaal verbonden. Het departement is een van de bosrijkste van Frankrijk, 1/3 van de bodem is met bos bedekt, in verband waarmede een levendige houthandel en -industrie is ontstaan.
De veeteelt is van meer belang dan de landbouw. Verder is er fruitteelt (vooral kersen) en wordt er honing gewonnen. Het N. met Saint-Dizier en omgeving vormt een centrum van metaalnijverheid met ijzergieterij, hoogovens, staalfabrieken, enz.