N.V. (afgekort: H.V.A.) werd opgericht in 1878. Het geplaatste en volgestorte kapitaal bedroeg ƒ 1 250 000.
Doel was een beter georganiseerde importen exporthandel met Oost-Indië. In de eerste jaren bleef het in hoofdzaak bij importzaken in Indië. Wel werden echter reeds in 1879 en 1880 consignatiecontracten aangegaan met drie suikerfabrieken en een koffie-onderneming. Bij de oprichting was bepaald, dat de maatschappij geen landelijke ondernemingen mocht aankopen noch daarin deelnemen. In 1885 werd deze bepaling geschrapt; en in 1910 werd besloten het oorspronkelijke stambedrijf der importen exportzaken geheel te liquideren.Het eerste eigen cultuurbezit dateert van 1889, toen de H.V.A. eigenares werd van enkele koffielanden. In 1893 kwamen hier drie suikerfabrieken bij, waarvan de machinale installaties werden gemoderniseerd. Na 1885 ging men ook aansturen op het zelf openen van cultuurondernemingen. Aanvankelijk werden hierbij veel moeilijkheden ondervonden tot in 1898 zich een gunstige keer vertoonde. In snel tempo breidden zich nu de cultuurbelangen uit, in 1906 bekroond met de opbouw van de grootse Djatiroto-onderneming, Oost Java, „uit een chaos van rimboe en moeras”. In 1928 had deze ene onderneming een aanplant van 6.200 ha, een railnet van 420 km en een productie van 750.000 quintalen suiker. Het Indische cultuurbedrijf is voor het grootste deel uit niet-uitgekeerde winsten opgebouwd.
Van Juni 1942 tot Jan. 1944 stond de H.V.A. onder Duitse ,, Verwaltung". Er hebben in die jaren plannen bestaan de maatschappij dienstbaar te maken voor de cultuur van olie- en rubberhoudende gewassen in de Oekraïne en voor de theecultuur in de Kaukasus. De gang van zaken aan het Oostfront belette de uitvoering.
Na Wereldoorlog II waren van de 22 fabrieken op Java 8 onherstelbaar en 11 ernstig of zeer zwaar beschadigd, was 1 licht beschadigd en konden slechts 2 zonder veel vertraging weer in bedrijf worden gesteld. Op 13 aanplantingen is het bedrijf hervat of is men met voorbereidende werkzaamheden begonnen. Op Sumatra was de toestand aanmerkelijk gunstiger: van de 10 fabrieken waren slechts 1 ernstig en 2 licht beschadigd en konden de overige dadelijk weer in gebruik worden genomen. Hier had men echter vooral met een tekort aan arbeidskrachten te kampen.
Het gestorte aandelenkapitaal van H.V.A. bedraagt sedert de herkapitalisatie van 1940 ƒ 60 millioen, de statutaire reserve ƒ 15 millioen en de bijzondere reserve ƒ 38 millioen. De maatschappij hoopt het gehele rehabilitatieplan met eigen geld te kunnen financieren. Na Wereldoorlog II is de Directie begonnen met oriëntering omtrent mogelijkheden voor de maatschappij buiten Indonesië.