Duits staatsman (Darkehmen, Oost-Pruisen 6 Jan. 1870), kreeg in 1912 als socialistisch afgevaardigde zitting in de Rijksdag en werd in 1919 minister van Arbeidszaken. In Juni van dat jaar werd hij, eerst als ministerpresident, toen als rijkskanselier, hoofd van het kabinet der coalitie van Weimar; gedurende zijn regering werd het verdrag van Versailles ondertekend.
In 1920 nam hij zijn ontslag (na de „Kapp-Putsch” van 13 Mrt) en werd minister van Financiën, later van Verkeerswezen, in het kabinet-Müller (Mrt-Juni 1920). Onder Wirth was hij minister van Financiën en vice-kanselier (P 384 mist)
steentjes geplaatst, en eisen in de winter een warmte van 4-6 gr. C.
