naam van een Russisch vorstengeslacht, dat zijn herkomst afleidde van Michael, vorst van Tsjernigow (uit het huis Rurik), die in 1246 door de Tataren werd vermoord. Belangrijke personen uit het geslacht zijn:
Peter Dmitrijewitsj
Russisch generaal (1790 Moskou 18 Mrt 1868). Hij diende in de oorlog van 1813-’14 tegen de Fransen, onderscheidde zich in de Turkse oorlog van I828-’29 en werkte mee aan het tot stand komen van de vrede van Adrianopel van 1829. In de Krimoorlog voerde hij een Russisch legerkorps aan in de slagen bij de Alma en bij Inkerman.
Michael Dmitrijewitsj
Russisch generaal (1795 Warschau 30 Mei 1861), broeder van de voorgaande, diende eveneens in de Franse oorlog van 1813-14, onderscheidde zich in de strijd tegen de Poolse opstand 1830-’31, commandeerde de Russische artillerie in het leger dat de Hongaarse opstand in 1849 hielp onderdrukken. In de Krimoorlog voerde hij eerst het Russische leger in Walachije aan en leidde later (Febr. tot Apr. 1855) de verdediging van Sebastopol, dat hij moest ontruimen op het N. gedeelte na, waar hij stand hield tot de vrede van Parijs gesloten werd. Na 1856 was hij tot zijn dood stadhouder van Polen.
Alexander Michajlowitsj
Russisch staatsman (16 Juli 1798 Baden-Baden 11 Mrt 1883), doorliep een carrière in de diplomatieke dienst, was sinds 1841 Russisch gezant te Stuttgart, van 1850-’54 gevolmachtigde bij de Duitse Bondsdag te Frankfort a. d. Main, waar hij Bismarck leerde kennen, daarna ambassadeur te Wenen en van 1856 af minister van Buitenlandse Zaken als opvolger van Nesselrode. Later kreeg hij ook de titel van staatskanselier. Hij wilde aanvankelijk toenadering tot Frankrijk, waartoe hij in 1857 een samenkomst van Alexander II en Napoleon III te Stuttgart bewerkstelligde, maar de vriendschap verkoelde vooral door de tweede Poolse opstand van 1863, waarbij Rusland met Pruisen nauw samenwerkte.
De goede verstandhouding met Pruisen, waarvan Bismarck in de jaren 60 profiteerde bij zijn Duitse politiek, schonk Gortsjakow de gelegenheid in de Frans-Duitse oorlog van 1870 de conventie van 1856, die Ruslands demilitarisatie op de Zwarte Zee inhield, op te zeggen. De Driekeizersentente van 1872, waaraan Gortsjakow meewerkte, bevestigde de vriendschap met Duitsland en hernieuwde die met Oostenrijk, maar Gortsjakow’s bemiddeling bij de zgn. Alerte in 1875 tussen Duitsland en Frankrijk wekte Bismarck’s misnoegen. In zake de Balkanpolitiek was Gortsjakow gematigd en tegen het drijven der Panslavisten.
Toen echter de oorlog met Turkije toch uitbrak (1877-’78) en de resultaten van de vrede van San Stefano op het Berlijns Congres in voor Rusland ongunstige zin werden herzien, was dit oorzaak van een verkoeling jegens Bismarck en een toenadering van Gortsjakow tot de Panslavisten, die reeds nu een bondgenootschap met Frankrijk wilden. Zijn hoge leeftijd en gezondheidstoestand maakten echter, dat hij sinds 1880 meestal te Baden-Baden vertoefde en de leiding van zaken overliet aan Giers, die hem in Apr. 1882 opvolgde,
PROF. DR TH. J. G.
LOCHER
Lit.: Charles-Roux, Alexandre II, Gorchakov et Napoléon
UI (1913).