(Conium) is een geslacht uit de familie van de Umbelliferen, waarvan C. maculatum (gevlekte scheerling; dolle Kervel) de bekendste soort is; in Nederland vrij algemeen. Hij is tweejarig, maar kan door vroeg afmaaien in één jaar tot bloei worden gebracht.
De plant is ca 2 m hoog en niet behaard. De stengel is hol, ondiep gegroefd en rond gevlekt. De bladen zijn 2-tot 4-voudig gevind; de kleine blaadjes hebben wit-gepunte tandjes. De witte bloemen staan in 10-20-stralige schermen; het omwindsel is 3-5 bladig; de omwindseltjes meest 3 bladig.
De vrucht is klein, eirond, glad, de plant ruikt naar muizenurine.De plant is giftig; men neemt aan, dat de gifbeker van Socrates Conium bevatte. Alle delen bevatten alkaloïden; het hoogste gehalte vindt men in de vrucht (0,2-1 pct). Het hoofdalkaloid is confine, verder als bij-alkaloïden coniceine (dat veel giftiger is), methylconiine, e.a.
PROF. DR A. W. H.
VAN HERK.