Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Gerrit jacob NIEUWENHUIS

betekenis & definitie

Nederlands opvoedkundige (Deventer 27 Juli 1877 - Amsterdam 26 Sept. 1931), bezocht de kweekschool voor onderwijzers te Deventer, studeerde te Londen en Zürich, waar hij in 1915 promoveerde, maakte een studiereis in Oost-Azië en werd leraar aan de H.B.S. te Batavia, was daarna tot 1927 gedelegeerde in de Indische Onderwijsraad en van 1927-1931 rector van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam.

Bibl.: Opvoeding tot autonomie; een sociaal-paedagogische studie van het Philippijnsch onderwijsstelsel, vergeleken met het Ned. Indische (1923); Hervorming der Europeesche Lagere School in Indië (1923); Bronnenboek voor het nieuwe taalonderwijs in Indië (1925; 2de dr. 1930); Nieuw taalonderwijs; een methode voor het Lager Onderwijs in Indië (met W. P. Jonkmans, 1925); Individueel taalonderwijs (1913); Ueber den Tanz in Niederl. Indien (1916).

< >