Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Gerhard KITTEL

betekenis & definitie

Protestants theoloog en Nieuwtestamenticus (Breslau 23 Sept. 1888 Tübingen 11 Juli 1948), zoon van de volgende, docent en hoogleraar eerst in Leipzig en Greifswald en sedert 1926 in Tübingen, was van belang door zijn onderzoekingen over het verband van het oudste Christendom met het latere Jodendom en vooral als de redacteur van een omvangrijke en degelijke encyclopaedie over alle woorden en begrippen, die met het N.T. in verband staan.

Bibl.: Die Oden Salomos (1913); Jesus und die Rabbinen (1914); Rabbinica (1920); Der Midrasch Sifre (1922); Die Probleme des palast. Spätjudentums und des Urchristentums (1926); en vooral: Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament (sedert 1933).

< >