is een aetherische olie, die gewonnen wordt uit het kruid van Pelargonium Radula l’Hérit. (syn. P. odoratissimum en P. roseum) die behoort tot de fam. der Geraniaceeën of Ooievaarsbekachtigen.
De plant wordt een halve tot bijna twee meter hoog en vooral in Algiers, Marokko en op Réunion, doch ook in Zuid-Frankrijk, Italië, Duitsland en Oostenrijk gekweekt, terwijl men er zelfs in Indië proeven mee genomen heeft. De plant groeit het best in streken met een gemiddelde wintertemperatuur van 11-12 gr. C., daar waar de gemiddelde regenval niet hoger is dan 700 mm per jaar. De olie wordt gevormd in gesteelde klierharen, die de gehele plant bedekken en een ééncellig kopje hebben.
Voor de oogst, die twee tot drie maal per jaar kan plaats vinden, worden de stengels voorzichtig met een sikkel afgesneden. De olie werd vroeger vooral door stoomdestillatie gewonnen; in Grasse extraheert men tegenwoordig met petroleumaether en benzine. Op Réunion krijgt men uit 700-1000 kg blad 1 kg olie; l ha geeft per jaar 30-50 kg olie. De olie, waarvan de geur sterk aan rozenolie herinnert, ontleent haar waarde aan de daarin aanwezige 40-60 pct geraniol( en de 15-40 pct citronellol (C10H20O), welke stoffen ook in de citronella-olie (Z andropogon) voorkomen en dankt de rozengeur aan een phenylaethylalkohol.DR A. KLEINHOONTE.