Nederlands plantkundige (’s Gravenhage 29 Mei 1896-Gent 15 Dec. 1946), studeerde te Utrecht onder F. A.
F. C. Went, en daarna aan de Sorbonne, te Fontainebleau, te Würzburg. Hij was leraar te Schiedam en Den Haag, nam waar voor prof.
Went en werd in 1931 docent aan de Rijksuniversiteit te Gent, in 1937 hoogleraar. In 1928 maakte hij een studiereis naar Ned.-Indië, in 1935 naar de V.S. Hij stelde zeer veel belang in onderwijsvraagstukken. Tot zijn nagedachtenis is in het leven geroepen de G.
L. Fmkestichting, die jonge plantenphysiologen wil steunen.BibL: Experimentele Plantensociologie (1943); Formatieve invloed van het licht (1946).
Lit.: Kon. Vlaamse Academie v. Wetenschappen, Jaarboek 1946, met portret; Biol. Jaarboek, Dodonaea XIV, 1947.