Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEITENMELKERS

betekenis & definitie

of nachtzwaluwen vormen de orde Caprimulgi onder de vogels. Zij zijn gekenmerkt door de lange vleugels, meestal brede snavel en de korte poten en tenen.

Het zijn nachtdieren, die meest van insecten leven, welke zij in de vlucht vangen. De Caprimulgidae of eigenlijke Geitenmelkers nestelen op de grond. Zij komen in alle werelddelen voor. Caprimulgus europaeus is een inlandse broedvogel. Antrostomus vociferus van Noord-Amerika is de wegens zijn geluid „Whip-Poor-Will” genoemde vogel. De Nyctibiidae komen uitsluitend in Midden- en Zuid-Amerika voor.

Zij nestelen in een napvormige uitholling van een boomstam. De Podargidae zijn beperkt tot het Indo-Australische gebied. Het zijn grote, zeer wijdgebekte vogels, die hun nest tussen takken maken. De Aegothelidae zijn aan de vorige verwant, maar de snavel is minder krachtig.

Zij leven in Australië, Nieuw-Guinea en de noordelijke Molukken en nestelen in boomholten. De Steatornithidae met de enige soort Steatomis caripensis, de Vetvogel of Guacharo, wijkt in levenswijze van de vorige af. De Vetvogels voeden zich nl. met vruchten, die zij al vliegend van de bomen plukken. Ook leven zij in kolonies en nestelen in spelonken en grotten.

Zij komen voor in Trinidad, Guyana, Venezuela, Colombia, Ecuador en Peru. Op gezette tijden stoten de Indianen de nesten neer en doden de vogels vanwege het vet, dat als olie wordt gebruikt.

< >