Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GASTURBINE

betekenis & definitie

is een verbrandingsmotor, in zoverre dat er warmte in arbeid wordt omgezet via een gasvormig medium, waarbij dit medium de volgende processen ondergaat: compressie, toevoeging van warmte (hetzij door inwendige of door uitwendige verbranding van de brandstof) en expansie, waarbij het gasvormige medium continu doorstroomt gedurende deze toestandsveranderingen (Shepherd). In zijn eenvoudigste vorm bestaat een gasturbine dan uit de volgende eenheden:

1. een compressor;
2. een verbrandingskamer;
3. een turbine.

De compressor, die gedreven wordt door de turbine, zuigt lucht aan, comprimeert deze, waarna door in- of uitwendige verbranding (resp. open of gesloten cyclus) deze gecomprimeerde lucht op hoge temperatuur wordt gebracht. Hiermede is het medium op een hoog potentieel energieniveau gebracht; deze energie wordt in de turbine omgezet in kinetische energie. Een groot deel van de arbeid aan de turbine-as is nodig om de compressor aan te drijven, het resterende deel is dus de nuttige arbeid van de machine. Wanneer men nu slechts een zodanig deel van de expansie laat plaatsvinden in de turbine om deze juist in staat te stellen de compressor aan te drijven en de resterende expansie laat plaatsvinden in een zgn. straalpijp, waardoor een grote reactiekracht ontstaat, noemt men dit speciale type gasturbine een jet- of straalmotor of reactiemotor.

De uit Engeland afkomstige benaming „jet” heeft reeds zoveel ingang in Nederland gevonden, dat dit waarschijnlijk wel de meest gebruikte benaming hiervoor zal blijven. Dergelijke jets worden vrijwel uitsluitend gebruikt als voortstuwingsorgaan van vliegtuigen. Men kan in vliegtuigen de turbine een propeller laten aandrijven en bovendien nog gebruik maken van reactie aan de straalpijp; dit noemt men in Engeland prop-jets. De eigenlijke gasturbine, dus dat is het type machine, waarbij alle nuttige arbeid aan de turbine-as vrijkomt, wordt reeds vrij veel gebruikt in centrales (Duitsland, Frankrijk, Engeland, V.S., Zuid-Amerika) ; ook reeds in locomotieven (Zwitserland en Engeland), terwijl men in Engeland aan het experimenteren is met een gasturbine voor schepen en een nog kleiner type voor vrachtauto’s.

Hoewel het principe reeds lang bekend was, heeft de reële ontwikkeling eerst plaats gevonden sinds ca 1932. Voor de grote gasturbines speciaal bij Brown Boveri & Cie in Zwitserland en voor de jets speciaal in Engeland onder leiding van Air Commodore Sir Frank Whittle. Het heeft op deze plaats geen zin om op details in te gaan, daar dit een zeer uitgebreide kennis van de aërodynamica en van de thermodynamica vereist. In Nederland is men sinds 1946 het probleem van de bouw van gasturbines intensief gaan bestuderen.

Dit werk is ter hand genomen op initiatief van het ministerie van Economische Zaken door de Gasturbine Mij N. V. in Den Haag. Deze N.V. wordt gevormd door een samenwerking van de volgende grote fabrieken: Gebr. Stork & Co., Kon.

Mij „De Schelde”, Werkspoor N.V., Wilton Fijenoord en de Rotterdamse Droogdok Mij. Behalve het ontwerp van een proefmachine van 1500 pk heeft de N.V. nu (Juli 1949) een opdracht gekregen voor een gasturbine-generator installatie van 2000 kW maximum vermogen, bestemd voor een olieterrein in Venezuela. Deze laatste installatie is van een zeer eenvoudig type nl. met compressie zonder tussenkoeling met enkelvoudige verbranding (inwendig) en zonder regenerator.

Lit.: D. G. Shepherd, An introduction to the gasturbine (London 1949); Arthur W. Judge, Modem Gasturbines (London 1947); J G.

Meenan, Elementary theory of gasturbines and jet propulsion (Oxford Univ. Press, London 1946); Geoffrey Smith, Het schroefloze vliegtuig (Haarlem 1946).

< >