Italiaans dichteres (Padua 1523 - Venetië 23 Apr. 1554), is onder de uit het Renaissance-klimaat voortgekomen dichteressen de minst aan het Petrarkisme verslaafde. Haar Rime (iste uitg.
Venezia 1554, door haar zuster Cassandra verzorgd), een verzameling sonnetten, madrigalen, canzoni enz., ademen integendeel echte gloed en volkomen oprechtheid van inspiratie, die de zeer ontwikkelde jonge vrouw putte uit haar minnesmart om graaf Rambaldo Collaltino dei Collalti, heer van Treviso, die terug uit de godsdienststrijd in Frankrijk haar verliet en een ander huwde (1551). Haar korte leven nadien heeft haar door sommigen (o.a. Salza, zie bibl.) doen rangschikken onder de courtisanedichteressen; de historische waarheid gaat minder ver. De Rime laten zich welhaast lezen als het dagboek of de roman van haar liefde voor haar held.DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: goede uitg. m. biogr. d. Pia Mestica Chiappetti (Firenze 1877); critisched. Abd. Salza (Bari 1913), samen met het werk van de courtisane Veronica Franco.
Lit.: P. M. Chiappetti, in bovengen, uitg.; G. A. Borgese, II processo di G. S., in Studi di lett. mod. (Mil. 1915); G. A. Cesareo, G. S. donna e poetessa (Nap. 1920); G. Reichenbach, G. S. (Roma 1923, m. uitgebr. lit.opg.). Vgl. B. Croce, G. S., in Studi sulla poesia ital. dal ’300 al ’700 (Bari 1933); L. Pompilj, Gasparina (Milano 1936).