is een geruchtmakende strafzaak geweest, die betrekking had op een medio igig in het Garoetse ontdekte samenzwering van de Sarekat Islam, Afdeling B of S. I.
Kadoewa, d.i. 2de S. I. In de Inlandse Beweging, die zich in het begin der 20ste eeuw op Java en later ook daarbuiten begon te openbaren, nam de in 1909 ontstane Sarekat Islam al spoedig een belangrijke plaats in. Deze nationaal-godsdienstige volksvereniging telde haar leden weldra bij tienduizenden.
Op den duur begonnen de leiders dezer grote vereniging zich meer en meer van de regering af te wenden en zich te scharen aan de zijde van aan het gezag vijandig gezinden.Allerlei onrustige en kwaadwillige elementen zochten aansluiting bij de van lieverlede zo samengestelde S.I.-beweging. Boeren- en arbeidersbonden en ook fanatieke verzetsorganisaties te Koedoes, Manado, Solo en Garoet parasiteerden op de S.I., al kon niet steeds duidelijk aangetoond worden, dat zij daarmede een organisch geheel uitmaakten.
Zo kwam het tot een felle S. I.-actie tegen de suikerindustrie als vertegenwoordigster van het overheerserskapitalisme. En juist was deze beweging weer wat geluwd of een propagandareis werd door de vice-president der S. I. naar Midden-Celebes ondernomen.
Daarna brak er op 5 Juni 1919 te Toli-Toli een oproer uit, waarbij een Europees bestuursambtenaar, een landsgrote en enige beambten werden vermoord.
Op 7 Juli 1919 ontstond ten slotte een fanatiek verzet van een zekere Hadji Hasan c.s. te Jimareme (bij Garoet) tegen een van overheidswege aangekondigde padirequisitie, nodig voor de voedselvoorziening. Dit verzet moest met geweld gebroken worden en de onkwetsbaar geachte Hadji Hasan werd daarbij een der eerste slachtoffers.
In verband met de gebeurtenis werd daarop in het Garoetse de zgn. Afdeling B-samenzwering ontdekt, die door een geheim eedgenootschap, in 1917 door Hadji Ismail te Goenoeng Tandjoeng (Manondjaja) opgericht, op touw was gezet. Deze geheime vereniging, de S. I.
Kadoewa, ook wel Afdeling B geheten, had tot oogmerk een aanslag te ondernemen om de wettige regeringsvorm in Nederlands-Indië te vernietigen. Vermoedelijk stond dit eedgenootschap in nauw contact met een deel van de leiders der S.I. De samenzweerders konden tijdig gearresteerd en gestraft worden; de iste secretaris der C. S.
I. (Centraal Sarekat Islam) werd wegens het als bestuurder deelnemen aan een vereniging, die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, tot 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Het spreekt wel vanzelf dat hierdoor ook de C. S. I. ernstig gecompromitteerd werd. Door dit voorval en door verschillende andere oorzaken, o.a. door de blijkbaar bedenkelijke wijze van het voeren der geldelijke administratie van het centraal lichaam, werd het gezag der hoofdleiders van de S.
I. danig aangetast en daalde hun aanzien ten zeerste.
PROF. DR C. GERRETSON
MR A. NEYTZELL DE WILDE
Lit.: Verslag Bijlage Handelingen Volksraad, 2de gewone zitting 1920, onderwerp 7, stuk 2. J. Th. Petrus Blumberger, De nationalistische beweging in N.
I. (1931), blz. 68 vlgg.; Verslag in Bijlage Handelingen Volksraad 2de gewone zitting 1919, onderwerp 10, stuk 1; Mededelingen omtrent enkele onderwerpen van algemeen belang 1921, blz. 6 vlgg.