Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

FREISING

betekenis & definitie

(of Freysing), stad in Beieren, aan de Isar en aan de spoorlijn Regensburg - München, telt (1946) 24 482 (meest R.K.) inw. en was sedert 724 zetel van een bisschop (thans aartsbisschop van München-Freising, met zetel te München). Men vindt in Freising een R.K. seminarium, een in 1834 opgerichte R.K. filosofisch-theologische burgerschool en een landbouw- en brouwerijschool, in de vroegere abdij van Weihenstephan, waaraan o.m. een modelboerderij is verbonden.

De dom van Freising werd, na een brand, in 1161 in baksteen herbouwd en in 1481 door Jörg Ganghofer overwelfd. In 1621-’24 volgden verbouwingen onder de leiding van Hans Krumper en van 1723-’24 werd de kerk van binnen geheel veranderd. De decoratie door de gebroeders Asam was hun eerste grote werk met rijke schilderingen en stucwerk. Ook de bisschoppelijke residentie werd herhaaldelijk verbouwd; de noordelijke vleugel is door een inscriptie 1519 gedateerd en telt tot de vroegste werken der Duitse Renaissance.

De zuidelijke vleugel stamt uit 1619.

Lit.: G. Dehio, Handb. d. deutschen Kunstdenkmaler, III (Berlin 1925), blz. 146-149; E. Abele, Der Dom zu Fr. (1929); M. Hartig, Der Dom zu Fr. (1937).

< >