Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Frederik hrozny

betekenis & definitie

(Bedrich), Tsjechisch assyrioloog en oudheidkundige (Lissa a. d. Elbe 6 Mei 1879), werd in 1905 buitengewoon hoogleraar in Wenen, is sedert 1919 gewoon hoogleraar in de Assyriologie en oude Oosterse geschiedenis aan de Karel-Universiteit te Praag en heeft zijn naam beroemd gemaakt door zijn onderzoekingen op het terrein van het Hethietisch, vooral door het Indo-Europese karakter der Hethietische spijkerschriftoorkonden uit Bogazköy aan te tonen, daarna door zijn geniale pogingen tot ontcijfering van de Hethietische hiëroglyphen en van het Cretenzische en het oudste Indische beeldschrift (op de zegels van Harappa).

Ook heeft hij opgravingen geleid te Sjech Saäd in Transjordanië (1924), Teil Arfad ten N. van Aleppo (1925) en vooral op de heuvel Kultepe in Cilicië (1926). Op zijn initiatief werd het Oosters Instituut te Praag opgericht. Hij is buitenlands lid o.a. ook van de Kon. Nederl. Acad. van Wetensch.Bibl.: Die Sprache der Hethiter, ihr Bau und ihre Zugehörigkeit zum indogermanischen Sprachstamm, Boghazköi-Studien, I. Stück (Leipzig 1917); Hethitische Keilschrifttexte aus Boghazköi, Bogh.-Studien, II. Stück (1919); Gode Hittite provenant de l’Asie Mineure vers 1350 avant J.-G. (Paris 1922); Les Inscriptions Hittites Hiéroglyphiques (Paris 1933); Die älteste Geschichte Vorderasiens und Indiens (1940, 2de uitg., Prag 1943, Fr. bew. Histoire de l’Asie antérieure, de l’Inde et de la Crète, Paris 1947); Les inscriptions Crétoises, essay de décliiffrement (Prag 1949). In het Archiv Orientólni (Prag, sedert 1929) verschenen talrijke verhandelingen van zijn hand en drie delen (met samen 1427 blz.) ter ere van zijn 70ste verjaardag).

Lit.: L. Matous, Bedfich Hrozny, The life and work of a Czech oriental scholar (Praag 1949).

< >