Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

François Auguste GEVAERT

betekenis & definitie

Belgisch componist en musicoloog (Huise, Oost-Vlaanderen, 31 Juli 1828 Brussel 23 Dec. 1908), kreeg in 1847 een prijs voor zijn Vlaamse cantate België, die nog in hetzelfde jaar met de Prix de Rome werd bekroond. Hij was een der eersten, die koren schreef op Vlaamse tekst.

Daardoor behoort hij tot de richting die de Vlaamse muziek in eigen geest deed herleven, al heeft hij zich uit de strijd gehouden en zijn belangen verbonden aan het Conservatorium te Brussel. Hij schreef enige opera’s, reisde door Europa, vestigde zich later te Parijs, waar hij zich vooral als opera-componist deed kennen (o.a. Le billet de Marguerite, 1854). In 1869 werd hij muziekdirecteur van de Grote Opera. In 1871 werd hij Fétis’ opvolger als directeur van het Brussels conservatorium.

Meer en meer liet hij de compositie varen, om zich speciaal op de studie der muziekwetenschap toe te leggen. Op dit gebied heeft hij ook veel en voortreffelijke wetenschappelijke arbeid geleverd, met name over antieke muziek, waarvan de waarde nog steeds wordt erkend.Bibl. : (werken) : Leerb. v. d. gregor. zang (1856); Traité d’instrumentation (1863, geheel omgew. en aangev. als Nouveau traité d’instrumentation, 1863 en in versch. vert, bewerkt) ; Histoire et théorie de la musique de l’antiquité (2 dln, 1875-1881) ; Les problèmes musicaux d’Aristote (3 dln, 1899-1902); La mélopée antique dans le chant de l’église latine (1895); Les gloires de l’Italie (muziekteksten uit de 17de-18de eeuw, 1868); Recueil de chansons du 15e s. (875) ; Les origines du chant liturgique (1890); Traité d’harmonie théorique et pratique (dl I, 1905, dl II, 1907); tal van monografieën. Tot zijn bekendste composities behoren nog: Super flumina Babylonis (voor mannenkoor en ork.) ; Fantasia sobre motivos espanoles (ork.) ; Missa pro defunctis (mannenkoor en ork.); een feestcantate: De nation, verjaardag (1857); Le retour de l’armée, cantate te Parijs uitg. (1859) ; Jacob van Artevelde; Philip van Artevelde (ballade) ; liederen; koren.

< >