kanonneerboot, oorspronkelijke soortnaam: flottillevaartuig op stapel te Rotterdam 1924, tewaterlating 1926, waterverplaatsing 1676 ton, bewapening 3 kanons van 15 cm en 6 mitrailleurs, dienstvaart 15 mijl, bemanning 132 koppen, bewaakte in Mei 1940 de Wester- en Ooster-Schelde tegen Duitse vliegtuigen, wist vervolgens naar Duinkerken en Engeland te ontwijken. Ingedeeld bij de bewaking van de Theems te Sheerness met Hr Ms pantserboot „Gruno”.
Nam o.a. deel aan het escorteren van een convooi van 300 schepen naar de Middellandse zee. Verleende artilleriesteun bij de landingsoperaties op de Z.- en O.kust van Sicilië (Juli-Sept. ’43), op de W.-kust van Italië (Oct. ’43) en op het Anzio- en Formia-front (Dec. ’43 - Febr. ’44), uiteindelijk op de kust van Normandië (Juni-Aug. ’44). Bij Salerno kreeg het schip zodanige averij, dat het van het gevechtsterrein moest worden weggesleept. Tijdens de invasie in Normandië geraakten de kanons van het schip geheel uitgeschoten. Het schip heeft na de oorlog dienst gedaan voor de opleiding van marineschepelingen in Nederland.Lit.: J. S. Bax, Batterij gereed.... Vuur! (Rotterdam 1948).
