Romeins keizer (Cibalae, Pannonië 328 - bij Adrianopel g Aug. 378 n. Chr.), werd in 364 door zijn broeder Valentinianus I tot mederegent verheven en verkreeg de heerschappij over het oostelijk deel van het rijk.
Hij bedwong de opstand van Procopius (366) en dwong de Goot Athanarik tot vrede (369). De Westgoten, opgedrongen door de Hunnen, verkregen opneming in het rijk, op voorwaarde, dat zij hun wapens zouden uitleveren. Door de schuld van corrupte beambten ontstond er echter een ernstig conflict: de Goten vielen Valens aan; deze sneuvelde bij Adrianopel (378). Valens was een ijverig aanhanger van Arius, maar tolerant tegenover andersdenkenden.Lit.: E. Stein, Gesch. des spatröm. Reiches I (1928), hfst. IV; Pauly-Wissowa, Real-Encycl. der class. Altertumswiss., 2. Reihe, VII (Stuttgart 1948).