is in de Oudnoorse mythologie een bijnaam van Odin* en volgens de heldensage een koning in Uppsala, die de zoon was van Freyr*. De koning Frodi, die bij hem te gast was, voerde zijn slavinnen Fenja en Menja (z Grotti) weg.
Toen Fjolnir later bij Frodi een bezoek bracht, verdronk hij daar in een groot medevat. Men is het er algemeen over eens, dat Fjolnir een godheid geweest is, maar de verklaringen lopen zeer uiteen. Het waarschijnlijkst is, dat hij in nauw verband stond met de vruchtbaarheidsgoden; zijn naam wordt wel afgeleid van een Germaans woord, dat „veld, akker” betekent. De verbinding met Odin zou dan het gevolg zijn van latere combinaties, en wel in een tijd, toen deze god de voornaamste plaats in het pantheon was gaan innemen.
