Nederlands theoloog (Jelsum 10 Febr. 1576 - Leiden 5 Juli 1642), was predikant te Dokkum (1599) en te Leiden (1602), waar hij aanstonds en fel aan de strijd tegen Arminius deelnam. Op de conferentie van 12-22 Aug. 1609 tussen Arminius en Gomarus was hij een van Gomarus’ secondanten, gelijk hij ook ijverig deelnam aan de Haagse Conferentie van Mrt 1611.
Ter voorlichting der nu eindelijk aanstaande Nationale Synode gaf hij zijn Specimen controversiarum Belgicarum (1618); van de synode zelf was hij met S. Damman scriba. De gedrukte acta zijn naar het oorspronkelijk Journaal van Hommius uitgegeven (1620). Hij was voorts vertaler en scriba van de Commissie der revisoren voor het N.T. van de Statenvertaling en van 1619 af regent van het Staten-college.Lit.: P. J. Wyminga, Festus Hommius, diss. Leiden (1899) ; De Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned., dl IV, 1927.