(Jean Gaspard), Frans wijsgeer (Namen 23 Oct. 1813 - Parijs 18 Mei 1900), werd in 1838 hoogleraar in de wijsbegeerte te Rennes. In 1840 werd hij benoemd tot chef van het kabinet van de minister van Onderwijs en hoofdinspecteur der openbare boekerijen, welke laatste betrekking hij bekleedde tot 1853.
Onder het Keizerrijk was hij inspecteur-generaal van het hoger onderwijs; sinds 1849 lid van de Académie. In de filosofie was hij aanhanger van Maine de Biran’s spiritualisme; de natuur is voor hem een „refractie van de geest”, de filosofie de wetenschap van de oorzaken en de geest aller dingen. Zijn invloed o.a. op Bergson is merkbaar.Bibl.: Essai sur la métaphysique d’Aristote (2 dln, 1857-66); Essai sur Ie stoïcisme (1856) ; La philosophie en France au XlXe siècle (1868); posthuum verscheen zijn Testament philosophique (1901; opnieuw uitgeg. d. H. Bergson, 1933).
Lit.: E. Boutroux, La philosophie de F. R. (Paris 1925); J. Dopp, F. R., la formation de sa pensée d’après des documents inédits (Louvain 1933, met bibliogr.).